Menu

Sneker Pan-schipper Harry Amsterdam: ‘Als ik iets vind, zeg ik er wat van’

Sneker Pan-schipper Harry Amsterdam: ‘Als ik iets vind, zeg ik er wat van’

Hardzeildag was dit keer geen gewone zeildag voor Harry Amsterdam. Hij voer als Sneker Pan-schipper een ereronde op het schip dat warme gevoelens bij hem oproept. Als ‘mister Sneekweek’ blijft hij scherp. ,,Als ik iets vind, zeg ik er wat van.’’


Bron: Leeuwarder Courant
Tekst: Peter van der Meeren
Sneker Pan-schipper Harry Amsterdam: ‘Als ik iets vind, zeg ik er wat van’



Zestig jaar geleden voer Harry Amsterdam zijn eerste Sneekweek. In de Bambi, de Flits die hij zelf restaureerde, zodat de zes kleinkinderen er nog jaren plezier van kunnen hebben.

De nu 74-jarige Sneker miste de jaarlijkse ‘hoogmis’ slechts tweemaal. ,,Eén keer kon ik in Engeland aan de prestigieuze Cowes Week meedoen, de andere keer was toen de jongens nog klein waren.’’

‘De meer’ (kom bij een Sneker niet aan met Snitser Mar), heeft geen enkel geheim meer. Amsterdam ziet bij wijze van spreken nog dat er langs de Heresyl een basaltblok van z’n plaats is verschoven. Hij introduceerde de ‘krokettenslag’, waarvoor hij – ook als jeugdtrainer – talloze zeilers waarschuwde. ,,Als je langs het Starteiland vaart en je ruikt de snackbar, dan zit je te dicht onder de wal’’, zo verklaart de achtvoudig winnaar (zeven keer in de Regenboog, één keer in de Schakel) van de Sneekweek.

Als er één man de titel Pan-schipper (sinds 1953 uitgereikt aan mensen die zich flink voor de Sneekweek en/of de zeilsport hebben ingezet) verdient, dan is het wel Harry Amsterdam, zo oordeelden de honderden ‘kenners’ op water en wal. Door partner Bea Wiarda onder valse voorwendselen naar de uitreiking gelokt, prees de drievoudig nationaal Regenboog-kampioen zich gelukkig dat het die avond fris was. ,,Anders was ik in de korte broek gegaan; ik draag ’s zomers niet anders.’’

,,Ik was totaal verrast. Ik zeg eerlijk dat ik er voorgaande jaren best wel eens rekening mee hield, maar dit keer niet. Ik vind het echt een enorme eer. Als jonkje keek je huizenhoog op tegen die ‘mannen van stand’ die al wat bereikt hadden in de zeilerij en de wedstrijden organiseerden. Als die dan Pan-schipper werden, had je in mijn ogen bijna het hoogste bereikt.’’ Later keek Amsterdam daar iets genuanceerder tegen aan. ,,Er zijn ook wel mensen benoemd op basis van hun werk of ambt. Onder KWS-voorzitter Karst Doevendans is gelukkig weer oog voor de échte vrijwilliger.’’

In zijn dankwoord noemde Amsterdam zijn vader Piet. Veel te vroeg gestorven, op 57-jarige leeftijd, vlak nadat hij in 1976 het nu nog altijd in gebruik zijnde startschip naar het Sneekermeer had gehaald. ,,Pa was ook een echte clubman en als vrijwilliger altijd in touw. Hij zat in het wedstrijdcomité toen hij met het startschip op de proppen kwam, ontdekt in Noord-Holland. Na zijn dood wilden ze het schip naar hem vernoemen, maar dat wilde ik niet. Niet dat ik hem niet mis, maar dan was ik nu al voor het 47-ste jaar met zijn plotselinge dood geconfronteerd.’’

Piet Amsterdam (van Hindeloopen) was zeilliefhebber tot en met. Fanatiek ook, bloedfanatiek. Junior kon hem, op z’n Snekers gezegd, ‘af en toe wel skiete’. ,,Ik weet nog goed dat ik in de Flits de hoofdprijs voor het grijpen had. Maar ik maakte een fout en werd tweede. Moeke had pa nog gewaarschuwd: je houd je in! Toen ik op de wal kwam, hield hij zich inderdaad een minuutje rustig, maar toen ging het los. Ik was zo kwaad en teleurgesteld, dat ik in m’n Flitsje ben gestapt en naar huis ben gevaren.’’

Het is met pa allemaal goed gekomen, lacht Amsterdam van onder zijn onafscheidelijke snor. De ‘aanvaring’ leidde er niet toe dat hij voor de zeilsport verloren ging. ,,Gelukkig niet.’’ Want zeilen is zijn leven. En niet alleen zelf zeilen, loerend naar de vlaagjes en genietend van een rake slag. Amsterdam gaf al in 1972 training aan de jeugd en stroomde als vanzelf door naar het wedstrijdcomité. ,,Ik was destijds betrokken bij het ontwerpen van de nieuwe wedstrijdbanen. Tot dan werd er nog gestart voor het eiland, hoe ongunstig dat soms ook was. Dat hoorde zo, vonden onze voorgangers. We konden ze overtuigen dat het goed was voor de zeilsport om het over een andere boeg te gooien.’’

Het gaf hem ontzettend veel voldoening als ‘zijn’ jeugd doorstroomde. ,,In die tijd waren de faciliteiten echt nog een stuk minder. Het ging er om dat ze zoveel plezier beleefden dat ze bleven zeilen.’’ Nu ziet hij tientallen zeilers varen die hij de kneepjes heeft bij gebracht. ,,Dat zijn zelfs directe concurrenten geworden.’’ Nog altijd wordt bij hem aangeklopt voor advies. Wat is de beste tactiek, maar ook: hoe moeten de zeilen staan? De voormalig onderwijzer en zeilmaker is nooit te beroerd om tips te verstrekken. ,,Ik geef ook lezingen over reglementen en technisch zeilen.’’

Amsterdam heeft de Sneekweek zien veranderen. ,,Het is mooi dat het deelnemersaantal is gestabiliseerd. Maar we moeten beseffen dat de zeilerij onder druk staat. De hamvraag is: hoe maken we onze sport toegankelijker? Zeilen blijft lastig te volgen. Nationaal is de Optimist On Tour een succes; kinderen doen er graag aan mee. En ik word heel blij als ik zie hoe, en met hoeveel kinderen, er hier op ‘de meer’ wordt getraind. Er zijn heel veel bootjes beschikbaar.’’

Sneker Pan-schipper Harry Amsterdam: ‘Als ik iets vind, zeg ik er wat van’

Je moet voortdurend nadenken hoe het beter kan, vindt hij. ,,Gelukkig doet mijn club, de KWS, dat ook.’’ Wat dat betreft is het mooi dat er binnen het kader wordt verjongd. Frisse blikken zijn goed, vindt Amsterdam. ,,Er zijn zeilers die niet naar de Sneekweek komen omdat er maar één race per dag is. Kun je dat veranderen? Ja, maar dan moet je het hele concept veranderen. Twee blokken van drie dagen bijvoorbeeld, met per keer driehonderd boten. Zodat er ruimte komt voor meer starts per klasse. Maar wil je dat? Er zijn ook zat zeilers die één race per dag prima vinden, want het gaat er in de Sneekweek ook om dat je op tijd kunt napraten met een biertje.’’

Deze week wordt gevaren op nieuwe, kortere, banen, zodat er ruimte is voor een tweede wedstrijdgebied. ,,Ik snap de logica volledig, want hierdoor bied je de jeugd meer mogelijkheden. Maar ik ervaar dat er nu wel een heel stuk van het Sneekermeer is ‘weggesnoept’. Zonde, voor zowel de zeilers als het publiek.’’

Gelukkig is de KWS een open organisatie en wordt naar veel betrokkenen geluisterd. ,,In het najaar gaan we evalueren.’’ Amsterdam zal spreken. ,,Als ik iets vind, zeg ik er wat van.’’ Lachend: ,,Ze weten onderhand wel dat ik ongevraagd adviezen geef.’’ Maar let wel: alles voor de zeilsport, alles voor een mooie Sneekweek.

Nog eentje dan. ,,Het wordt tijd dat de Sneekweek en SKS volledig van elkaar worden los getrokken. Hardzeildag én de skûtsjes op Terherne, dat kan toch wel anders?’’ Ja, het is tikken tegen ‘heilige huisjes’, maar als het beter kan, waarom niet doen, vindt de Pan-schipper. ,,Wij moeten in de Sneekweek een uur eerder starten en opschieten, maar aan de andere kant loopt de SKS diverse adviseurs mis omdat die hier willen zeilen. Los trekken, iedereen blij.’’

Andere interessante nieuwsartikelen

Back to top